Ventilatiesysteem A
De werking van ventilatiesysteem A is gebaseerd op het een heel simpel principe: natuurlijke luchtventilatie. Dit houdt in dat het ventilatiesysteem ervoor zorgt dat de hoeveelheid lucht in een ruimte altijd gelijk blijft. Als er dus lucht bijkomt, dan wordt er ook weer lucht afgevoerd. In dit geval gaat ventilatiesysteem A er daarom voor zorgen dat verse lucht je woning als het ware word ingezogen door de luchtdruk en winddruk-verschillen binnen en buiten de woning. Op deze manier wordt uw woning dus voortdurend voorzien van verse en zuurstofrijke lucht.
Ventilatiesysteem A bestaat uit twee delen: ventilatieroosters en een afvoerkanaal. De ventilatieroosters zorgen dat er lucht naar binnen kan worden gezogen en worden meestal in de ramen geplaatst. Het afvoerkanaal bevindt zich standaard in het dak en wordt gebruikt om de vochtige en vervuilde lucht naar buiten te voeren.
Ventilatiesysteem C
Ventilatiesysteem C (C.1)
Hoe gaat het in zijn werking?

Bij dit systeem worden de in het Bouwbesluit genoemde ruimten geventileerd door de lucht mechanisch af te voeren. De aard van de ruimte bepaald de hoeveelheid af te voeren lucht. Hiervoor zijn in het Bouwbesluit de minimum eisen opgenomen. De natte ruimten en de keuken worden afgezogen. Via gevelopeningen, bijvoorbeeld in de kozijnen, wordt de lucht weer op natuurlijke wijze toegevoerd. Zoals gezegd geeft het Bouwbesluit minimale luchthoeveelheden aan en veelal verdient de aanbeveling de waarden hoger te kiezen om een echt goed systeem te verkrijgen. De regeling van de ventilatie is handbediend en regelbaar in 3 standen d.m.v een 3-standen schakelaar. Om met het mechanische ventilatiesysteem type C toch nog een verdere verlaging van de EPC te krijgen, kan er gebruik gemaakt worden van systemen met zelfregelende roosters in de ramen en regeling met CO2 sensor(en) (systemen C.2a / C.3B /C.4a / C.4c)
Afzuiging: Via ventilatieventielen aangesloten op de ventilator door middel van een kanalensysteem, wordt in de keuken, badkamer(s), toilet(ten) en eventuele werkkast en bijkeuken (afhankelijk van de afmetingen) wordt de vervuilde lucht afgevoerd. De ventilatieafvoer is voorzien van een instelbaar ventilatieventiel om de juiste hoeveelheid lucht op de juiste plaats te bewerkstelligen.
Toevoer: Via natuurlijke ventilatieopeningen in de buitenschil wordt de afgevoerde lucht weer aangevoerd. De toevoeropeningen worden normaliter voorzien in de slaapkamers en woonkamer/keuken. Het totaaloppervlak van de toevoeropeningen wordt bepaald aan de hand van de af te voeren m3 lucht.
Nadeel: Bij lagere buitentemperaturen dan de binnentemperatuur ontstaat er veel energieverlies en eventuele hinder van koude tocht door het toevoeren van koude (buiten) lucht in het gebouw.
Ventilatiesysteem C.2a
Zelfde werking als systeem C.1 echter wordt er met dit systeem voor de ventilatietoevoer gebruik gemaakt van zelfregelende ventilatieroosters.
Ventilatiesysteem C.3b
Zelfde werking als systeem C.1 echter wordt er met dit systeem voor de ventilatietoevoer gebruik gemaakt van zelfregelende ventilatieroosters daarnaast is de regeling tijdgestuurd, automatisch volgens een ingesteld patroon.
Ventilatiesysteem C.4a
Zelfde werking als systeem C.1 echter wordt er met dit systeem voor de ventilatietoevoer gebruik gemaakt van zelfregelende ventilatieroosters daarnaast is de regeling d.m.v een CO2 sensor geplaatst in de woonkamer (hoofdbediening).
Ventilatiesysteem C.4c
Zelfde werking als systeem C.1 echter wordt er met dit systeem voor de ventilatietoevoer gebruik gemaakt van zelfregelende ventilatieroosters daarnaast is de regeling d.m.v een CO2 / RV sensor geplaatst in de woonkamer (hoofdbediening) en tevens sensoren in de slaapkamer(s).
Ventilatiesysteem D

Bij dit systeem worden de in het Bouwbesluit genoemde ruimten geventileerd door af- of toe te voeren. De aard van de ruimte bepaald de hoeveelheid toe- en of af te voeren lucht. Hiervoor zijn in het Bouwbesluit de minimum eisen opgenomen. De natte ruimten en de keuken worden afgezogen. Slaapkamers en woonkamer worden toegevoerd. De som van de toevoer lucht is gelijk aan de som van de afvoerlucht om het systeem in balans te krijgen (balansventilatie). Zoals gezegd geeft het Bouwbesluit minimale luchthoeveelheden aan en veelal verdient het aanbeveling de waarden hoger te kiezen om een echt goed systeem te verkrijgen. Dit geldt vooral bij utiliteitsgebouwen.
Afzuiging: Via ventilatieopeningen aangesloten op de ventilator d.m.v. een kanalensysteem, wordt in de keuken, badkamer(s), toilet(ten) en event. werkkast en bijkeuken (afhankelijk van de afmetingen) wordt de vervuilde lucht afgevoerd. De ventilatieopeningen worden voorzien van een instelbaar ventilatieventiel om de juiste hoeveelheid lucht op de juiste plaats te bewerkstelligen.
Toevoer: Via ventilatieopeningen aangesloten op het kanalensysteem gekoppeld aan de ventilator, wordt verse buitenlucht toegevoegd in slaapkamers, woonkamer en hal. WTW systeem: In het WTW (warmteterugwinning) systeem worden de toe-en afvoerlucht door een warmteterugwinunit geleidt. De afvoerlucht geeft in de unit, via de warmtewisselaar, warmte af aan de toevoerlucht, welke op die wijze voorverwarmd de woning binnentreed. Doordat er geen koude buitenlucht wordt toegevoerd, bespaart men aanzienlijk op energiekosten voor het verwarmen van het gebouw. Onze warmteterugwin-units hebben een rendement van ca 95% en gelijkstroommotoren waardoor ze het mede mogelijk maken om de EPC norm te behalen.
Nadeel: Hogere aanschafkosten i.v.m een dubbel leidingsysteem (afzuig en toevoer) meer arbeid en meer leidingwerk en hoger aanschafprijs van de ventilatie-unit.
Voordelen: Energiekosten besparing, geen koude trek, hoge EPC reductie voor het behalen van de EPC norm en de ventilatiewaarden (luchttoevoer en afvoer) zijn altijd in balans (balansventilatie).
Ventilatiewaarden
Utiliteitsbouw (nieuwbouw): In de utiliteitsbouw is de hoeveelheid te ventileren lucht volgens het Bouwbesluit afhankelijk van de aard van de ruimte (hoe en door wie wordt deze ruimte gebruikt) en de bezettingsgraad van die ruimte. Deze bepalen gezamenlijk de hoeveelheid ventilatielucht. Door deze verschillende factoren is het gecompliceerder om zelf de ventilatiewaarden te berekenen daarom helpen wij u graag bij het maken van deze berekening.
Woningbouw (nieuwbouw): In de woningbouw kan men uitgaan van de volgende waarden:
Toiletruimte 7 l/sec– (25 m3/h)
Badruimte 14 l/sec– (50 m3/h)
(open)Keuken 21 l/sec– (75 m3/h)
Verblijfsgebied 0.9 l/sec per m2 vloeropp.– (3.24 m3/h/m2) met een minimum van 0.7 l/sec
Verblijfsruimte 0.7 l/sec per m2 vloeropp.– (3.24 m3/h/m2) met een minimum van 0.7 l/sec